Me, myself and Islands

5 juni 2014 - Big Corn Island, Nicaragua

Me, myself and Islands

 'Hoi, hoe gaat het mooi meisje?' 'Nou, eigenlijk hartstikke goed, dank je dat je het vraagt. Hoe is het met jou?' 'Oh, heel erg goed, nu ik met jou praat.' 'Nou, dat is erg vriendelijk, dankjewel.' Dit type gesprek heb ik een keer of zes per dag, maar soms leveren die gesprekken informatie op waar je nog eens wat aan hebt. Zo heb ik Little Corn's eigen Pablo Paulusma ontmoet. Pablo is een jaar of 50, trotse eigenaar van een bescheiden hostel ('inclusief keuken mèt koelkast!') en gewoon een hele opgewekte aardige man. Als buienradar-verslaafde en met mijn niet te stillen honger naar weerberichten, kwam ik Pablo precies op het juiste moment tegen. Het was een uur of 07.30 en ik deed mijn pre-ontbijt rondje over het eiland en vroeg me af hoe de dag er weertechnisch uit zou zien. Na de gebruikelijke vriendelijkheden over en weer, vroeg ik het weerbericht. Met een betekenisvolle blik keek Pablo me aan en zei 'het is de tweede dag van de nieuwe maan, dus ja..' 'Hmmm, juist ja, tweede dag zeg je...' Het zijn van die momenten waarop je denkt dat je toch had moeten opletten bij Algemene Natuurwetenschappen in atheneum 4. Zonder uit mijn rol te vallen stelde ik de logische verkapte vervolgvraag; 'nou, ik ben benieuwd of de tweede dag een beetje uitpakt zoals de eerste...' 'O, nee zeg, de tweede dag is natuurlijk veel warmer, minder bewolking ook.' 'Ja, nee...precies, dat is meestal natuurlijk.' Dus.

Wat mij betreft is elke type weer goed snorkelweer en dus vertrok het motorbootje met 10 opvarenden onder prima omstandigheden voor een ochtendje snorkelen. In de onderwaterwereld van de Corn Islands is werkelijk van alles te beleven en dus zetten we koers naar een mooi stuk koraalrif een kwartiertje uit de kust. Het anker ging uit en ik was de enige met eigen materiaal, dus lag er vrijwel meteen in. 'Moet je geen flippers aan?' 'Ik heb maat 43, flippers zouden me slechts tegenhouden.' Toen de anderen ook eindelijk zover waren werd ik teruggefloten, omdat ik me toch echt bij de groep moest voegen. Echt? Synchroon-snorkelen? Nog nooit vertoond. 

Het bleek daadwerkelijk een tour  te zijn waarbij een van de bemanningsleden voor ging om een mooie route door het rif te zwemmen. Ja, dat kan natuurlijk ook. Het werd een survival of the fittest, want gingen wij toch even een potje serieus snorkelen. De tourtjes waar je normaal mee te maken hebt, laten je tien minuutjes spartelen, brengen je vervolgens naar een volgend punt, om dit ritueel dan nog een paar keer te herhalen. Op deze trip deden we twee locaties aan en lagen we ook twee uur in het water. En niet voor niets! Wat is er toch veel moois onder water! Van alles gezien en zelfs mijn eerste ontmoeting met een haai gehad. OK, het was een nurse-shark en hij was nou niet echt van Jaws-achtige proporties, maar toch. Verder een paar Barracuda's, een groepje vreemde zwaardvis-achtigen, een pijlstaartrog en talloze mooie kleine, en vooral ook gigantisch grote tropische vissen gezien. Het viel zeker niet tegen en ik ga eens kijken of ik dit kan herhalen op Big Corn. Daar schijnen wat gezonken piratenschepen voor de kust te liggen, dus het moet er wemelen van vissen verstopt in potten met goud en verscholen achter ooglapjes.

De piraten zijn er natuurlijk allang niet meer, maar de smokkelaars van de 21e eeuw zijn nog alom vertegenwoordigd op de eilanden. De controle op het vliegveld is erg minimaal (volgens mij stond er geen stroom op het detectorpoortje), maar de besnuffeling door twee blonde labradors was klaarblijkelijk wel nodig. Desondanks wordt wiet-rokend/coke-snuivend Little Corn nog steeds uitstekend bediend, zo'n labrador heeft natuurlijk ook wel eens een verstopte neus. Een politie is er niet echt, ja, er is wel een bureautje en ik heb (misschien de enige?) agent gesproken die onderweg was naar de werf om de boot vanaf Big Corn te controleren. Eigenlijk vond ie het belangrijker om erachter te komen of ik naar happy hour ging die avond. 'Ik kijk wel even.' Kleine kans natuurlijk.

Als je het over een vrolijk uurtje hebt, denk ik niet meteen aan het panga-ritje terug naar Big Corn. Elke (tijdelijke) inwoner van Little Corn is daar gekomen via dezelfde, laten we zeggen interessante boottocht. En als je dus van het eiland af wil, betekent een soortgelijke tocht wederom je lot. Er was dan ook sprake van een licht gespannen sfeer bij het inladen van de boot. Hoewel de heenweg erg hobbelig was, had ik wel ruimte om heen en weer te slingeren. De terugweg zag er anders uit. Gevraagd werd om zes achterwerken (3x Europees, 3x Caribisch) te zetelen op een vijf-persoons bankje. Ja, dat gaat dus niet. Hoewel de kilo's er bij mij redelijk afvliegen met al dat zwemmen, lijkt dat niet iedereen zo aan te tasten. Na een half uurtje balanceren op één gluteus maximus pasten mijn nieuw verworven blauwe lichaamsdelen prima bij mijn inmiddels geel geworden knieschijven van de heenweg. Na zo'n rit voel je sowieso als een geel-blauw Ikea-bouwpakket waar geen inbussleutel meer wat van kan maken, maar wie maalt erom.

Op Big Corn zijn de kleuren minstens zo Caribisch als op Little Corn. Het hotel waar ik nu verblijf is vele malen leuker dan mijn vorige verblijf en dit gedeelte van het verhaal tik ik dan ook vanuit mijn schommelstoel op de veranda van cabana 6. De Groningse eigenaar van het hotel (wist ik niet vantevoren) heeft het acht jaar geleden (impulsief) gekocht en heeft er grootste plannen mee. Het zal me niet verbazen als hij er met de hulp van wat Cornse handymen binnen een paar jaar een nog mooiere plek van heeft gemaakt voor publiek van alle pluimage.

Ontwikkeling op het eiland is er sowieso. Op verzoek van de eigenaar van het hotel ben ik samen met twee andere meiden op verjaardagvisite geweest bij een Amerikaanse vrouw die een duikshop aan het bouwen is. Hartstikke aardige vrouw met een mooie southern drawl zoals alleen uit Alabama. Ze huurt een prachtig huis totdat de shop/woning klaar is en we hebben gezellig wat gedronken op haar ruime en mooi gelegen veranda inclusief gekortwiekte poedel. Ik snap wel waarom mensen hier een bestaan willen opbouwen. Het is ongetwijfeld hard werken om je werknemers bij de les te houden en daadwerkelijk te laten werken, maar het resultaat is navenant. Volgens mijn (Nicaraguaanse) bronnen komt dat, omdat men gewoon lui is en op twintigjarige leeftijd al de levensstijl van een pensionado aanmeet. Er zijn ook zo verschrikkelijk veel hangmatten hier, het vraagt nou eenmaal om...uhm, rondhangen.
Dat rondhangen begon al een heel aantal eeuwen geleden. Getuige de gezonken schepen voor de kust, was Big Corn toen al een nautische trekpleister. Op het bootje van de eigenaar van het hotel ('zullen we kijken of ie het doet? Ja, kom op, lachen, gaan we doen') zijn we om het hele eiland gevaren. Hij wilde vis aan zijn haak, ik wilde vis voor mijn snorkelmasker. Een andere combinatie van deze woorden zou een pijnlijke situatie opleveren, maar gelukkig is het niet zover gekomen. Dat vissen vangen trouwens ook niet; barracuda's vangen wordt lastig als er eventjes geen barracuda's zijn. Het bootje deed het trouwens prima het grootste gedeelte van de tijd. Slechts 1 keer een kleine motorstoring op open zee toen we net concludeerden dat dit enige plek was waar de motor het beter niet mocht begeven. Het is dan ook de goden verzoeken natuurlijk. Ach, in het ergste geval spoel je een klein beetje vermoeid aan op een volgend wit strandje, het kan erger. Onderweg hebben we een aantal stops gedaan, waarbij we begonnen bij een groot aantal gezonken kanonnen. Ze schijnen erg waardevol te zijn, maar omdat slechts een handjevol mensen weet dat ze er liggen, blijven ze mooi liggen op de bodem van de zee in plaats van in een museum op het vasteland.

Op deze, en de volgende stops hebben we weer zulke prachtige dingen gezien! Het was wederom een ongelimiteerde vertoning van de mooiste tropische kostuums onder water. De vissen hadden hun beste pak aangetrokken en ik heb ze allemaal gezien, wat ontzettend mooi zeg! De leukste plek die we aandeden was het wrak van een gezonken stoomschip. Het bleek de woonplaats te zijn van een stoïcijnse haai en een aantal vissoorten die ik nog niet eerder had gezien als het gaat om kleurstelling en grootte. De helderheid van het water en de vreemde voorwerpen die je ineens aantreft maken het dat je wel uren door dat kleine ruitje van je masker wil blijven kijken. 
Dat geldt overigens ook voor het eilandleven in het algemeen. Ik kan na een dag of vier (of is het vijf? Welke dag is het eigenlijk vandaag?) echt wel zeggen dat ik de ontspanning heb gevonden. Er gaan inmiddels steeds meer uren voorbij terwijl ik hang in een mat tussen palmbomen en geen idee heb van tijd of plaats terwijl de kokosnoten als rijpe, nouja kokosnoten dus, van de boom vallen. Met een (uit)gerust hart ga ik graag naar de volgende bestemming in Nicaragua met een verlangen om ooit terug te keren naar deze mooie eilandjes. Dan weet je dat je verblijf precies lang genoeg is geweest.

In het fotoalbum heb ik nog een paar toevoegingen gedaan van zowel Little als Big Corn en ze vormen de laatste plaatjes van dit deel van de reis. Eens kijken hoe Granada en omgeving erbij ligt!


  

Foto’s

4 Reacties

  1. Papadopoulos:
    6 juni 2014
    Superrrrr..... Moet toch fantastisch en relax zijn op die eilanden.
    En zwemmen in een aquarium met de mooiste vissen.
    En nu op naar de volgende avonturen.

    Goed verhaal. smaakt naar meer.
    Genieten!!!!
  2. Kater, Luna & Nienke:
    6 juni 2014
    'Hoe gaat het mooi meisje?' Ik zie die ontspanning nu al bijzondere vormen aannemen, fijn! Om te vieren dat jij je op een exotische locatie bevindt, hebben Nici en ik gister exotisch gegeten en ik beloof je dat er wegens het daverend succes van de snorkelexpedities dit weekend wat extra visvriendjes de bbq zullen ontmoeten! Adios gringa bonita! Te diviertes!
  3. Nici:
    13 juni 2014
    mmmmm....misschien toch tijd voor een duikbrevetje.
  4. Nathalie:
    16 juni 2014
    My god!! Ik ben jalours hoor zussie.
    Genieten meid!!